Investeren in toekomst duivensport
Van de bestuurstafel: Investeren in de toekomst van de duivensport
De NPO mag zich verheugen in een mooi financieel resultaat over 2024. Dat geeft ruimte voor extra investeringen die van belang zijn voor de toekomst van de duivensport. Deze notitie gaat in op twee zaken die van belang zijn. Het gaat over voldoende losplaatsen en de verliezen van jonge duiven.
Om te mogen lossen in België en Frankrijk hebben we een lossingsvergunning nodig van de nationale bonden. Er zijn kosten verbonden aan deze lossingsvergunningen. De NPO belast deze kosten door aan de afdelingen die op hun beurt deze kosten verwerken in de vrachtprijs. De liefhebber betaalt zo ongeveer 1 cent per ingekorfde duif voor de vergunningen. Nu is elke cent er een, maar kosten zijn niet het knelpunt in deze maar wel het beschikbaar hebben en houden van voldoende losplaatsen. Het aantal beschikbare losplaatsen wordt ieder jaar minder. Bouwactiviteiten, herbestemming van parkeerplaatsen en terreinen, verboden door lokale autoriteiten en het niet langer beschikbaar zijn van een correspondent ter plaatse zijn voorbeelden van waarom we losplaatsen verliezen. Verboden door lokale autoriteiten zijn overigens vaak het gevolg van illegale lossingen. Bij de losplaatsen die er nog wel zijn is het maar de vraag of ze groot genoeg zijn, er geen hindernissen zijn, of het terrein toegankelijk is bij regen en of er faciliteiten zijn voor mens en dier zoals water en sanitair. Kortom geen gemakkelijke opgave. De NPO streeft naar het langjarig vastleggen van losplaatsen met goede voorzieningen. Dit kan door huur of pacht van de losplaats, te investeren in (mobiele) voorzieningen en het actief onderhouden van goede relaties met lokale contacten. Om dit financieel mogelijk te maken reserveert de NPO een bedrag van 100.000 euro in 2024. Bij de uitvoering hebben we de afdelingen nodig, zij komen immers wekelijks op de losplaatsen.
De verliezen van jonge duiven is een probleem voor de duivensport. Het raakt heel veel liefhebbers en het spel met jonge duiven is hard op weg een specialisme met beperkte deelname te worden. Het aantal liefhebbers welke deelnam aan de laatste Grand Prix vlucht met jonge duiven is gelijk aan het aantal deelnemers aan Nationaal Bergerac en bedraagt circa 25% van het aantal spelende hokken. Als we het jonge duivenspel voor het gros van de liefhebbers willen behouden dan zullen we oplossingen moeten vinden voor de verliezen. Alle goedbedoelde adviezen van specialisten hebben het tij in ieder geval niet gekeerd. Wat werkt voor de een, lijkt niet te werken voor veel anderen. Over de oorzaken van de verliezen wordt veel gespeculeerd maar bewijs is er niet of nauwelijks. Gedegen wetenschappelijk onderzoek biedt een kans om oorzaken en dus ook oplossingen te duiden.
De WOWD kwam met een voorstel om een promotieonderzoek aan de Universiteit van Wageningen aan de verliezen met jonge duiven te wijden. Wat is een promotieonderzoek? Promotie is het behalen van de academische graad van doctor door het schrijven en publiekelijk verdedigen van een proefschrift aan een universiteit, onder supervisie van een hoogleraar.
Gedegen, onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek dus waarbij naar mogelijke oorzaken wordt gekeken zoals stressfactoren, vervoer en opleiding, eventuele stralingsinvloeden van moderne communicatie apparatuur maar ook naar de genetische ontwikkeling van de postduif. Het is bijvoorbeeld bekend van andere diersoorten dat bij jarenlange selectie op een bepaalde eigenschap andere eigenschappen degenereren of afnemen. Een promotie onderzoek kost in de regel meerdere jaren, is niet gratis en er is geen garantie voor succes. Het NPO Bestuur vindt het onderwerp dermate belangrijk dat we, ondanks de onzekerheden, bereid zijn hiervoor een bedrag van 100.000 euro te reserveren in 2024. Dat zal niet voldoende zijn en er worden mede-sponsoren gezocht zoals de FCI en het bedrijfsleven. We gaan ons samen met de WOWD inzetten om het promotieonderzoek te realiseren.
Beide aangehaalde onderwerpen in dit voorwoord zijn voorbeelden van zaken waar een landelijke organisatie als de NPO zich beleidsmatig over dient te ontfermen. Gedegen financieel beleid maakt dat we het ons kunnen veroorloven en we hebben beiden opgenomen in de begroting en ze zullen worden besproken tijdens de komende Ledenraad. Het zou fantastisch zijn voor de toekomst van de duivensport als we het probleem van de verliezen van jonge duiven kunnen oplossen en we ook in de toekomst voldoende goede losplaatsen tot onze beschikking hebben. Beide onderwerpen passen ook naadloos in onze visie op de duivensport waarbij het welzijn van onze duiven en spelplezier centraal staan. En het is ook een duidelijk signaal richting maatschappij en overheid dat we duivenwelzijn zeer serieus nemen.