Toekomst internationale fondvluchten

Toekomst internationale fondvluchten

Het rommelt al een hele tijd aangaande de internationale grote fond wedvluchten 2025, dit naar aanleiding van de stopzetting van de activiteiten van de ZLU, als internationale partner van Nederland. De opvolging is echter verzekerd! De NPO (Nederlandse federatie) zal, als internationale partner, de inrichting van internationale wedvluchten in 2025 faciliteren.

Op 17 oktober vond een uiterst constructief onderhoud plaats tussen de NPO en de KBDB, waarbij rekening werd gehouden met de verzuchtingen, wensen en voorstellen van beide partijen. Wel is er nog de nodige onduidelijkheid met betrekking tot de logistieke en administratieve procedures en processen. Hierover is nader overleg noodzakelijk.

Er is consensus over:

  • Rekening houdend met het nationale marathon programma 2025 van de NPO en de wens om slechts 1 marathon vlucht per weekend te willen organiseren, met uitzondering van het weekend van Barcelona, zullen de Nederlandse duiven aan volgende internationale wedvluchten deelnemen: Pau, Agen, Barcelona, St. Vincent (Dax) en Perpignan
  • De inkorvingsdag voor alle internationale wedvluchten 2025 blijft identiek behouden als in 2024 m.a.w. op maandag. 
  • Het vervoer (ophalingen in Nederland en het doorvoeren naar de lossingsplaats), de verzorging en het lossen van de Nederlandse duiven op de internationale wedvluchten gebeurt door de NPO en hun onderscheidenlijke afdelingen en dit met als hoofdreden dat de NPO verantwoordelijk is ten overstaan van de Nederlandse overheid (ministerie en andere instanties).
  • Het Nederlandse konvooi zal zich in België samenvoegen met de konvooien van de andere deelnemende landen en vandaaruit vertrekken naar de lossingsplaats. De Nederlandse duiven zullen niet worden gemengd met andere duiven, noch anders om.
  • Per wedvlucht zal, door de deelnemende landen, voorafgaandelijk en in onderling overleg, een verantwoordelijke ter plaatse op de lossingsplaats worden aangeduid afkomstig uit één van de deelnemende landen maar hij mag geen deel uitmaken van het comité van de inrichter. Deze verantwoordelijke zal wijzigen per wedvlucht en steeds uit een ander land afkomstig zijn. Hij heeft geen medezeggenschap in de lossingsbeslissing maar zal enkel de communicatie voeren met de vergezellers voor wat betreft het snijden van de manden, het lossingsuur.
  • De lossing dient uitgevoerd te worden op het eerst mogelijke gunstige lossingsuur in functie van de weersomstandigheden.
  • De duiven die deelnemen aan de internationale wedvluchten zullen verplichtend samen worden gelost en dit na UNANIEM akkoord tussen de verschillende landen. Indien één land NIET akkoord is om te lossen dan zal er NIET worden gelost. De Belgische inrichter heeft geen medezeggenschap in deze lossingsbeslissing. De voorzitter van het NSC van de KBDB heeft geen vetorecht meer. Hij zal enkel het standpunt van België qua lossing mededelen. Deze communicaties zullen via WhatsApp verlopen.
  • De wedvluchten zijn nationale concoursen met een verplichte internationale dubbeling. De internationale poelbrief 2024 kan worden gebruikt in 2025. Over het logistieke proces van deze poelbrief dienen nog nadere afspraken te worden gemaakt, waarbij er geen actieve rol is weggelegd voor noch de KBDB, noch de NPO.
  • De internationale uitslag wordt opgemaakt door de Belgische rangschikker/rekenaar, aangeduid door de KBDB. Zowel de KBDB als de NPO dragen  er zorg voor dat de elektronische inkorf- en aankomst gegevens worden doorgestuurd naar de Belgische rangschikker.
  • De hoogte van de financiële vergoeding voor de internationale deelname zal  op korte termijn worden bepaald. De vergoeding dient redelijk en billijk te zijn en dient ter dekking van de te maken kosten.
  • De gebruikte neutralisatietijden voor de internationale wedvluchten 2025 zal door de deelnemende landen worden onderzocht en een beslissing zal de eerstkomende weken worden genomen. Hierbij zal ook gekeken worden naar de in Nederland toegepaste rekenmethode voor ochtendlossingen, te weten de NFO18. Beide partijen staan op het standpunt dat voorkomen moet worden dat er door het gebruik van een rekenmethode verschil in de winnaar kan ontstaan (internationaal ten opzichte van nationaal).
  • Verplichte aanmelding van alle deelnemende duiven aan de internationale wedvlucht, zoals voorzien in art. 101 van het NSR. Voor de nationale concoursen gelden de reglementen zoals vastgelegd door de deelnemende landen.
  • In samenspraak met alle internationale partners zal worden gepoogd om internationale criteria uit te vaardigen voor het wegvervoer.
  • De NPO moet het voorbehoud maken van goedkeuring door de Ledenraad van de NPO.
  • Na afloop van het seizoen 2025 zal een evaluatie plaatsvinden van de gemaakte afspraken.

Een vergadering met de deelnemende federaties aan de internationale wedvluchten 2025 en de internationale partners zal eerstdaags worden ingepland.

Officieel communiqué KBDB en NPO

INFORMATIE VOOR LEDEN

Informatie voor leden