Dierenwelzijn binnen de duivensport

WIE LOST WAAR?

Klik hier om de actuele lossingsinformatie te raadplegen.

Dierenwelzijn binnen de duivensport

Dierenwelzijn gaat over de manier waarop dieren worden behandeld en gerespecteerd in hun leefomgeving. Hierbij is het belangrijk dat de dieren in staat zijn om hun natuurlijke gedrag te vertonen. Dat zij vrij zijn van pijn, stress en ziekte en toegang hebben tot voeding en hygiëne. Het spreekt voor zich dat het welzijn van duiven een integraal onderdeel is bij het beoefenen van de duivensport.

Omgang met duiven

Een duivenliefhebber is dagelijks bezig om zijn/haar duiven zo goed mogelijk te verzorgen. De omgang met de duiven, jaarrond, is voor veel liefhebbers de kern van het houden van duiven. Hoe we omgaan met elkaar en met onze duiven hebben we vastgelegd in de NPO Gedragscode.

Beleidsmatig besteedt de NPO veel aandacht aan het welzijn van de duiven. De duivensport heeft een eigen wetenschappelijk instituut de WOWD (werkgroep Wetenschappelijk Onderzoek en Welzijn Duiven). De WOWD adviseert het NPO Bestuur en NPO Ledenraad gevraagd en ongevraagd over welzijn, verzorging, vervoer, vluchten en gezondheid en ziektes. De adviezen van de WOWD vinden hun weg in regelgeving om zo het welzijn van de duiven te borgen.

Vliegprogramma

Het houden van wedstrijden met duiven is omgeven met waarborgen om het goed en verantwoord te laten verlopen. Het vliegprogramma is qua kalender en afstanden zo opgezet dat de duiven voldoende ervaring kunnen opdoen en niet overbelast raken. De duivenvluchten worden in de periode van april tot en met september gehouden. De weersomstandigheden zijn tijdens deze periode normaliter geschikt voor wedstrijden met duiven. Ook worden ze nog niet belemmerd door de rui die in het najaar aanvangt. Er zijn verschillende disciplines binnen de duivensport. Iedere discipline vertegenwoordigd een aantal wedstrijden waarvan de afstand van de losplaats tot het thuishok binnen een minimum en maximum afstand valt.  De duiven die aan deze wedstrijden deelnemen zijn specifiek geschikt zijn voor deze afstanden. Liefhebbers brengen met aangepaste training programma’s hun duiven zo goed mogelijk aan de start. Duiven die voor de langere afstanden geschikt zijn zullen eerst, als training, aan de kortere wedstrijden deelnemen om voldoende ervaring op te doen.

Wedstrijden

Bij wedstrijden wordt de gemiddelde snelheid berekend waarmee de duif naar huis gevlogen is (afstand gedeeld door tijd) en de duiven worden vervolgens op snelheid geklasseerd. Deze berekende snelheid is lager dan de werkelijke snelheid waarmee de duif naar huis gevlogen is, omdat de duif nooit in één perfect rechte lijn naar huis vliegt. De berekende snelheid van de snelste duiven van een wedstrijd ligt gewoonlijk tussen de 60 en 140 km per uur. De snelheid is mede afhankelijk van de windrichting, windkracht en af te leggen afstand. Verder moet men zich realiseren dat de duiven zelf  geen wedstrijd hebben en niet gedwongen worden om zo snel mogelijk naar huis te vliegen. Een duif vliegt dan ook gewoon naar huis met de snelheid die bij de duif past. Duiven die geschikt zijn voor langere afstanden hebben dan ook een lagere eigen snelheid dan sprinters, maar houden dit wel veel langer vol. Een goed oriënterend vermogen, een goede gezondheid en conditie, ervaring en afstand geschiktheid en soms ook wat geluk bepalen welke duiven bovenaan de uitslag van de wedstrijd staan. 

Alleen klinisch gezonde duiven mogen aan wedstrijden deelnemen. Hierop wordt bij het afgeven van de duiven op de verenigingen gecontroleerd. De inkorfcommissies bestaan uit ervaren liefhebbers die direct zien of voelen dat een duif niet in orde is. In het uitzonderlijke geval dat dit gebeurt dan gaat de duif weer met de liefhebber mee naar huis.

Transport

Het transport naar de losplaatsen geschiedt met speciaal daarvoor gebouwde vrachtauto’s die zijn voorzien van de modernste meetapparatuur en ventilatietechnieken. De duiven zitten in manden waarin ze ook eten en drinken krijgen. Het maximum aantal duiven per mand is vastgelegd en is gebaseerd op een welzijnsonderzoek dat is uitgevoerd door de WUR. Duiven nemen in hun geboortejaar al deel aan wedstrijden of trainingen waarbij ze vervoerd worden in deze speciaal daarvoor gebouwde vrachtauto’s. De duiven zijn er daardoor aan gewend om op deze wijze vervoerd te worden en zijn dan ook volkomen op hun gemak tijdens het vervoer. De verzorging van de duiven tijdens transport naar de losplaatsen hebben we geregeld in het  Vervoersreglement. In dat reglement zijn rust, drink en verzorgingspauzes voorgeschreven. Bij warm weer kunnen we terugvallen op het Hitteprotocol om ervoor te zorgen dat transport en vluchten bij warm weer correct verlopen. Indien het op basis van de weersomstandigheid niet verantwoord is om een wedstrijd te houden dan wordt deze afgelast. Een reden voor afgelasting kan een te hoge buitentemperatuur zijn, maar ook slecht weer zoals een regenzone.

Lossing van de duiven

Bij de lossing van de duiven en de terugreis naar het hok zijn de te verwachten weersomstandigheden van groot belang. De lossingverantwoordelijken worden ondersteund door een professionele meteodienst, een speciaal ingerichte Wedvlucht begeleiding portal en het Instituut Wedvluchtbegeleiding (IWB). Er zijn duidelijke richtlijnen wanneer de duiven wel of niet gelost mogen worden. Deze richtlijnen zijn vastgelegd in de Risico Tabel Lossingen (RTL). De lossingsverantwoordelijke functionarissen zijn getraind in het toepassen van de RTL. Wanneer de duiven al op de losplaats zijn en het blijkt dat het door de weersomstandigheden onverantwoord is om de duiven op die dag te lossen, dan kan er tot de volgende dag gewacht worden of de duiven komen in de vrachtauto terug naar huis.

Het gebruik van oneigenlijke middelen (doping) is verboden bij postduiven. Op het gebruik hiervan wordt gecontroleerd. De controles worden uitgevoerd door voor deze taak gecertificeerde laboratoria. De regels zijn vastgelegd in het NPO Doping Reglement. Op het overtreden van dit reglement staan zware sancties.

Het bij huis uit laten vliegen als training en het houden van wedstrijden met duiven is nooit geheel zonder risico. Duiven kunnen van alles tegenkomen zoals obstakels en roofvogels. Dit kan zowel tijdens hun trainingen als ook tijdens de reis naar hun hok. Het centraal zetten van het welzijn van onze duiven hebben geleid tot beleidsmatige en praktische maatregelen om risico’s zoveel mogelijk te reduceren en op een verantwoorde manier de duivensport te beoefenen. 

Raad voor Dierenaangelegenheden

Dinsdag 2 mei is het Rapport ‘Plezier voor mens en dier’ van de Raad voor Dierenaangelegenheden (RDA) verschenen. We gaan als NPO Bestuur aan de slag om – in samenwerking met onze WOWD - het gevraagde Dierenwelzijnsplan op te stellen. Binnen de huidige aanbevelingen van de Raad zien we voldoende mogelijkheden om de duivensport te kunnen blijven beoefenen.

Meer informatie over het Rapport "Plezier voor mens en dier"

INFORMATIE VOOR LEDEN

Informatie voor leden